Je kent de ervaring vast: verdwaald zijn in een gebouw, een woonwijk als onprettig ervaren, een kantoor of school waar je liever uit- dan ingaat. Het gebouw of de wijk is wel efficiënt ingericht, maar niet voor jou ingericht. Dat is wat veel architecten ook ervaarden en zij zijn aan de slag gegaan met social architecture. Sociaal-maatschappelijk gedreven architectuur die ontworpen is voor de eindgebruiker.

Nu lijkt het alsof in de voorgaande jaren voor 2000 er niet gebouwd werd voor de eindgebruiker. Dat zou voor dit verhaal een mooi begin zijn, maar nee. Het grote verschil met de voorgaande periode ligt in het contact met de eindgebruiker, aandacht voor een (lokale) cultuur en gebruiken en bereid zijn om concessies te doen in het ontwerp. Met behulp van praktische ervaringen en inzichten uit de economische wetenschappen, psychologie, sociologie, sociale psychologie en geografie, politieke wetenschappen en antropologie werken deze architecten hun ontwerpen uit op een nieuwe manier. In samenspraak met opdrachtgever en eindgebruikers.

Juist bij grootschalige projecten na natuurrampen in bijvoorbeeld New Orleans, Indonesië, Californië en Haïti bleek de efficiëntie slag niet succesvol te zijn. Projecten waarin lokale bevolking is betrokken, de sociale cohesie in stand wordt gehouden en mensen hun binding kunnen houden met hun woonplek, die ontwerpen krijgen draagvlak en zijn geliefd bij de gebruikers. Ook in schoolcomplexen en bibliotheken blijkt dat als het gebouw mensen met elkaar in verbinding brengt, deze gebouwen geliefd worden.

De twee drijvende krachten achter het bureau Yalla Yalla! in Duitsland zien in deze ontwikkeling de verandering van architectuur naar een middel van empowerment. De architectuur draait niet meer om vorm, maar om dat wat het gebouw/ontwerp mogelijk maakt.

sociale architectuur klein

Alhoewel dit idee zeer gemotiveerd is door het concept ‘zelfsturing’ en een hiërarchie loos democratisch proces, zitten de basisconcepten van de sociale architectuur hier zeker in. Daarbij de kanttekening dat in de praktijk in vrijwel elke cultuur een entiteit (dan wel groepsoudsten, een leider of een bestuur) de uiteindelijke beslissingen en verantwoordelijkheid neemt in een proces.

Dus social architecture, meer gericht op de mogelijkheden verschaffen dan op het inkaderen van een werkproces. Grote bedrijven als Google, Condé Nash, Facebook en Uber hebben hier hun kantoren op laten ontwerpen. Ruimten die niet vooraf gedefinieerd zijn, maar makersplekken creëren, inspiratie bieden en mensen samenbrengen. Anna Heringer en Eike Rosway van METI hebben in 2004-2006 gewerkt aan een hand gebouwde school in Rudrapur, Bangladesh. Hier draaide het om de lokale tradities in bouwen en gebruiken, het verbinden van de gemeenschap aan de nieuwe school en zorgen dat het gebouw daadwerkelijk de levens van de bewoners verbeterde.

Marina Tabassum Architects werkte (eveneens in Bangladesh) in 2011 aan huizen van maximaal 2000 dollars. Haar ontwerppraktijk richt zich op vooronderzoeken die zich bezig houdt met de morfologie (vormkunde) van de regionale bouw. In dit geval liet zij zich leiden door de traditionele binnenplaatsen voor haar ontwerpen van Taherpur Homesteads.

Of het NeueHouse door David Rockwell in New York, een kantoorgebouw dat ruimten verhuurt aan ondernemers. Het oude gebouw is zo opnieuw ingericht dat de ruimte multidisciplinair zijn, waar werken, ontmoeten, exposeren en gemeenschap samen komen in één creatieve omgeving.

In zijn geheel is social architecture een herleving van de architectuur van voor 1940 en de daarbij behorende visies van de architecten. Al vanaf medio 1850 kwamen architecten met ideologische visies, waarin het gebouw en de stedenbouwkundige structuur niet zozeer efficiënt moest zijn, maar vooral de bewoner/gebruiker in staat moest stellen zichzelf te verheffen boven zijn eigen stand. Ook leunen deze ideeën sterk op de theorie van het postmodernisme, waarbij de morfologie en etnografische kijk op lokale bouwtradities leidend werd in de gekozen vormentaal. Nu meer gericht om een maatschappij gebaseerd op gelijkwaardigheid te creëren,  waarin mens en natuur samen gaan en beiden bloeien.

© Beeldmateriaal

Links: Anna Heringer en Eike Rosway van METI, school in Rudrapur, Bangladesh, 2004 - 2006 (detail)
Rechts: Marina Tabassum Architects, bijdrage architectuurbiënnale van Venetië 2018, foto KaperGerlings Instituut